Actueel

26 | 03 | 2024

De première van Verdwenen Stad

Op maandag 11 maart vond in het Koninklijk Theater Tuschinski in Amsterdam de première en boekpresentatie van Verdwenen Stad plaats. Documentaire en boek gaan over de deportatie van de Amsterdamse Joden van 1942 tot 1944.
Over de dubieuze rol van de Nederlandse Spoorwegen werd al veel gezegd en geschreven, maar over de rol die de Amsterdamse trams speelden tijdens de deportatie van tienduizenden Joden gaat het doorgaans een stuk minder. De documentaire wil daar verandering in brengen, en reist met de originele tram uit de oorlog door de stad om dit onbekende verhaal te vertellen.  
Het Amsterdamse vervoerbedrijf GVB heeft in de Tweede Wereldoorlog geld verdiend met het vervoeren van Joden. Zij werden met trams naar de treinstations gebracht. De facturen voor de ritten diende het bedrijf in bij de Duitse bezetter. De facturen liggen in het archief van het NIOD en zijn niet eerder vertoond. Ze worden beschreven in de nieuwe film Verdwenen Stad van Willy Lindwer en het gelijknamige boek van Guus Luijters. Zij hebben het systeem van de Jodentransporten in Amsterdam onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat het GVB met negenhonderd tramritten ongeveer 48.000 Joden naar treinstations heeft gebracht. Daarvandaan werden zij per trein verder vervoerd naar concentratiekampen. De trams werden zwaar bewaakt door Duitse agenten. Voor de ritten declareerde het GVB 9.000 gulden (omgerekend ruim 61.000 euro). Maar niet alle facturen zijn uitbetaald. De onderzoekers ontdekten dat het bedrijf tot twee jaar na de oorlog nog openstaande facturen naar Duitse instanties heeft verstuurd. Voor zover bekend zijn die niet uitbetaald. Op de passagierslijst van de laatste rit staan de namen van Anne Frank en haar familie. Het NIOD doet op dit moment onderzoek naar het oorlogsverleden GVB. Het GVB heeft nog nooit schuld erkend voor zijn rol bij de transporten.

In zijn welkomstwoord zei regisseur Willy Lindwer:
Guus Luijters en ik wilden vertellen over Amsterdam in de oorlog, het houdt ons al ons hele leven bezig. We weten veel over het waarom van de Sjoa, maar over het hoe, de uitvoering weten we nog heel veel niet en dat komt omdat gewone Amsterdamse mensen betrokken waren bij de uitvoering en het is moeilijk te verdragen dat van gewone mensen medeplichtigen en zelfs moordenaars gemaakt kunnen worden.
Onze vraag, hoe kon het en vooral hoe werd het mogelijk gemaakt dat Amsterdam in zo’n korte tijd zoveel Joodse inwoners kwijtraakte en bijna niemand iets deed? Na jaren van onderzoek waren we in staat de puzzelstukjes op hun plek te krijgen en konden we een antwoord formuleren op de vragen die we ons gesteld hadden en dat antwoord bleek onthutsend. We ontdekten een ultieme vorm van collaboratie met de bezetter in deze stad en in ons land. De Amsterdamse gemeentetram. We vonden 23, nooit geanalyseerde, facturen. De facturen toonden het hele deportatieproces, de systematiek achter het wegvoeren van de Amsterdamse Joden en die systematiek kenden we nog niet. Negenhonderd trams werden door de bezetter ingezet en er werd voor betaald. Ons doel was niet een schandpaal creëren, maar een systeem laten zien. Twintig overlevenden van de laatste generatie die het nog na konden vertellen geven indrukwekkende getuigenissen
”.

Locoburgemeester van Amsterdam, Marjolein Moorman, zei dat het van groot belang is het eigen verleden onder ogen te zien en de kennis hierover, onder andere via het onderwijs, breed te verspreiden. Daarom is het mooi dat er een digitale les zit bij ‘Verdwenen Stad’ met films en opdrachten voor de middelbare scholieren in de stad.
De documentaire is op dit moment te zien in de bioscopen en het boek is verkrijgbaar in de boekhandel.

Wij maken u er op attent dat deze website gebruik maakt van cookies. Dit doen wij om u beter van dienst te kunnen zijn.
Wij vragen uw akkoord om dit te mogen blijven doen. Voor meer informatie kunt u onze privacy pagina bezoeken!