Actueel

30 | 05 | 2024

Onderzoek zet Kamp Amersfoort in een heel ander licht

Kamp Amersfoort werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi's gebruikt om verschillende groepen op te sluiten, zoals verzetsstrijders, ontduikers van de Arbeitseinsatz, communisten, slachtoffers van razzia’s en krijgsgevangenen. Hoewel het kamp voornamelijk bekend staat als een doorgangskamp voor dwangarbeiders, toont Amanda Kluveld van de Universiteit Maastricht in haar boek "Het vergeten verhaal van de Joodse gevangenen van Kamp Amersfoort" aan dat het kamp een grotere rol speelde bij de Holocaust dan voorheen werd gedacht.

Nieuwe egodocumenten en bronnen onthullen dat er directe deportaties en transporten van bijna 400 Joden naar Auschwitz en strafkamp Mauthausen hebben plaatsgevonden. Bovendien zijn er 82 Joden vermoord in het kamp zelf. Kluveld ontdekte dit door de levensloop van de Joodse gevangenen in Kamp Amersfoort te bestuderen, waarbij ze gebruikmaakte van niet eerder geraadpleegde bronnen. Ze combineert literatuuronderzoek, bronnenonderzoek en genealogisch onderzoek om zo gedetailleerd mogelijk het verhaal van de slachtoffers te vertellen en hun een gezicht te geven, in plaats van ze te reduceren tot alleen hun geboorte- en sterfdatum. Haar boek verschijnt in juni 2024 in de reeks ‘Geschiedenis van een plek’, gepubliceerd door Nationaal Monument Kamp Amersfoort. De vorm van micro-onderzoek die Kluveld toepast wint de laatste jaren aan populariteit.
Eerdere studies naar de Holocaust richtten zich vaak op het macroniveau van geweld, zoals de beslissingen en ideologieën van hoge functionarissen en beleidsmakers. Nu verschuift de aandacht steeds meer naar het microniveau, waarbij onderzoekers kijken naar kleinere gemeenschappen, steden, groepen, families en individuen, inclusief hun relaties met buren, collega's, vrienden, familieleden en geliefden. Deze benadering, geïntroduceerd door historicus Carlo Ginzburg in 1980, is recentelijk weer populairder aan het worden. Nieuwe studies in dit veld vestigen de aandacht op de invloed van lokale en gemeentelijke netwerken en op de manier waarop genocidale processen zich in een gemeenschap of stad ontvouwden. Ze benadrukken ook de impact van genocidaal beleid op individuen, hun relaties en gemeenschappen. Door in te zoomen op het microniveau komen de emoties en percepties van zowel slachtoffers als daders duidelijker naar voren.

Het voordeel van dit type onderzoek is dat het iets groots als de Holocaust persoonlijker maakt voor mensen. Dit wordt steeds belangrijker nu er steeds minder overlevenden zijn om hun verhaal te vertellen. Daarnaast herstelt het ook de individualiteit van de slachtoffers, iets wat tijdens de genocide werd afgenomen. Ook kan het nieuwe inzichten bieden, zoals Kluvelds onderzoek naar Kamp Amersfoort laat zien. Sommige academici waarschuwen echter voor het gevaar dat mensen de uitkomsten van onderzoek naar één individu, plek of gemeenschap generaliseren naar andere situaties. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek naar het leven van Anne Frank, wiens situatie en levensloop uniek zijn en niet representatief voor andere onderduikers in Nederland of andere landen. Dit betekent niet dat Anne Frank geen onderdeel moet zijn van de geschiedenis van onderduikers, maar zij moet niet het enige onderdeel zijn.

Daarom is het onderzoek van Kluveld zo bijzonder. Ze heeft niet alleen geprobeerd de Joodse gevangenen hun identiteit terug te geven, maar haar onderzoek heeft ook invloed op de naoorlogse herinneringscultuur in Nederland. Floris van Dijk, hoofd onderzoek bij Nationaal Monument Kamp Amersfoort, geeft bijvoorbeeld aan dat dit onderzoek Kamp Amersfoort in een ander licht plaatst.

Onderstaande brief is een van de bronnen die is gebruikt tijdens het onderzoek.
Afbeelding: Collectie Joods Historisch Museum

Wij maken u er op attent dat deze website gebruik maakt van cookies. Dit doen wij om u beter van dienst te kunnen zijn.
Wij vragen uw akkoord om dit te mogen blijven doen. Voor meer informatie kunt u onze privacy pagina bezoeken!