22 | 07 | 2024
Kees Ribbens: “Al tijdens de Tweede Wereldoorlog werden stripmakers getriggerd door de vele overrompelende gebeurtenissen en probeerden zij grip te krijgen op wat er plaatsvond. De ontluisterende misdaden van de nazi’s, en dan met name de massale vernietiging van Joodse burgers, waren moeilijk voorstelbaar. De Amerikaanse striptekenaar August M. Froehlich deed eind 1944 een poging enigszins voorstelbaar te maken wat zich in het hart van Europa voltrok.
Hij verbeelde in een korte strip van slechts zes tekeningen, getiteld Nazi Death Parade, wat er gebeurde na de aankomst van een deportatietrein. Zijn strip werd begin 1945 gepubliceerd terwijl veel Duitse vernietigingskampen nog volop in bedrijf waren.”
Kees Ribbens ontdekte de strip enige tijd geleden in de Verenigde Staten. In het Auschwitz Bulletin van januari 2021 hebben we hier aandacht aanbesteed.
Na de ontdekking van de tachtig jaar oude Amerikaanse strip ontstond het idee om te onderzoeken hoe hedendaagse striptekenaars de Holocaust en andere nazimisdaden vandaag de dag zouden verbeelden. Het project kwam op gang toen Bas Kortholt, onderzoeker bij Herinneringscentrum Kamp Westerbork, stripmaker Erik de Graaf en NIOD-onderzoeker Kees Ribbens de handen ineensloegen.
Vanuit het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, Kazerne Dossin en de KZ-Gedenkstätte Neuengamme zijn tien getalenteerde stripmakers, die in Nederland, België en Duitsland wonen, uitgenodigd om, met als vertrekpunt het korte verhaal van Froehlich –de compacte vertelling in een beperkt aantal beelden-, op enigszins vergelijkbare wijze terug te blikken op deze ingrijpende periode uit het collectieve verleden.
Tien getalenteerde eigentijdse stripmakers, B. Carrot, Wide Vercnocke, Erik de Graaf, Guido van Driel, Melanie Kranenburg, Milan Hulsing, Sterric, Jennifer Daniel, Jeroen Janssen & Arezoo Moradi, en Tobi Dahmen –tekenaars met verschillende achtergronden en verschillende
leeftijden– verdiepten zich in de schokkende verhalen van sterk van elkaar verschillende betrokkenen en brachten ze in beeld opnieuw tot leven. Ze werkten vanuit hun eigen perspectief aan een verhaal in de context van drie voormalige naziconcentratiekampen uit hun eigen (buur)land: Neuengamme in Duitsland, Kazerne Dossin in België en kamp Westerbork. Het resultaat zijn tien stripverhalen, die het hart van het project vormen.
Erik de Graaf: “Ik heb meegewerkt aan het project (als mede-iniator) omdat ik vind dat de verhalen over de Tweede Wereldoorlog verteld moeten blijven worden. De huidige tijd waarin wij leven toont wat mij betreft aan hoe urgent dat is. De generatie die die zwarte periode heeft meegemaakt sterft uit, dus is het wat mij betreft aan de volgende generatie om de herinnering levend te houden. Het stripverhaal is daarvoor een zeer toegankelijke en geschikt medium.
Ik heb het verhaal verteld van Alphons Katan die gevangen zat in het weeshuis van Kamp Westerbork. Hij was 7 jaar en zijn beide ouders kwijtgeraakt. Simpelweg vanwege hun afkomst. Alphons’ afkomst maakte dat hij voor de rest van zijn leven ernstig beschadig was.
Ik wilde daarmee de brug slaan naar de huidige tijd: nog steeds wordt het leven van pasgeboren baby’s eigenlijk al bepaald door hun afkomst, religie, uiteindelijke geaardheid, enzovoorts. Alsof we niets geleerd hebben…”
Elke strip gaat vergezeld van een korte toelichting geschreven door medewerkers van de Herinneringscentra Westerbork, Neuengamme en Kazerne Dossin. Kees Ribbens licht de rol toe die het beeldverhaal heeft gespeeld bij de verwerking van wat niemand voor mogelijk hield. Het Onvoorstelbare Verbeeld.
Ze gebruikten het beknopte formaat van Froehlich als een mogelijkheid om verschillende aspecten van de vervolging door de nazi’s zichtbaar te maken. Als vertegenwoordigers van verschillende naoorlogse generaties hebben ze toegang tot vele uiteenlopende bronnen die zicht bieden op zeer diverse ervaringen uit een verleden dat, in tijd gemeten, steeds meer op afstand komt te staan. Tegelijkertijd zetten ze hun creativiteit en verbeeldingskracht in om die geschiedenis voorstelbaar te maken, met empathie dichterbij te brengen vanuit hun hedendaagse perspectieven.
Kees Ribbens: “Sommige gebeurtenissen mogen nooit worden vergeten. Maar het is onvoldoende om slechts te weten dat die gebeurtenissen op een bepaald moment voorvielen. Het is noodzakelijk om meer details te kennen om je enigszins te kunnen voorstellen hoe het was voor diegenen die dit doorleefd hebben. Stripverhalen zijn een medium waarmee uitstekend kan worden verteld en gevisualiseerd wat zich heeft voorgedaan. De fantasie van de lezer wordt niet uitgeschakeld, maar wat geholpen. De hier samengebrachte stripverhalen in dit aangrijpende boek tonen vele manieren om de lezer te laten zien wat er allemaal aan de hand was en om de lezer met empathie iets dichter bij dit verleden te brengen.”
Lees een interview met Kees Ribbens [link opent in nieuw venster]
Op vrijdag 19 juli 2024 is in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork de rondreizende striptentoonstelling Het Onvoorstelbare Verbeeld geopend. In de tentoonstelling, die na Westerbork doorreist naar Kazerne Dossin in België en vervolgens naar Gedenkstätte Neuengamme in Duitsland, worden de striptekeningen van context voorzien door historische voorwerpen, bijzondere audiovisuele fragmenten van zowel experts als ooggetuigen van de verschrikkingen, informatie over het creatieve proces en de motivatie van de tekenaars.
De tentoonstelling vindt plaats op de volgende locaties:
Kamp Westerbork: 19 juli – 15 september 2024
Kazerne Dossin: 20 september – 8 december 2024
Gedenkstätte Neuengamme: 13 december 2024 – 23 maart 2025
Na Neuengamme komt de tentoonstelling weer terug in Kamp Westerbork. We zullen u daar op een later moment tijdig over informeren.
Graphic novel in vier talenTegelijkertijd verschijnt een Graphic Novel Het Onvoorstelbare Verbeeld
Omdat het een internationale samenwerking betreft zal de graphic novel in vier talen verschijnen (Duits, Engels, Frans en Nederlands).
Het onvoorstelbare verbeeld. Tien verhalen over de Holocaust en andere nazimisdaden.
Uitgeverij Scratch Books, ISBN: 9789493166851, 128 pagina’s full color, hard cover, € 27,50 inclusief btw.
Melanie Kranenburg
“Ik denk dat strips een heel goed medium zijn om dit soort heftige/ingewikkelde thema’s aan te kaarten. Ze kunnen ingezet worden als educatiemateriaal.
Ik kan me voorstellen dat veel kinderen/studenten het interessanter vinden om te leren door middel van een stripboek, in plaats van een dik tekstboek. Daarnaast ben ik opgegroeid in Putten. Door mee te doen aan dit project kreeg ik de mogelijkheid om de Puttense razzia in stripvorm te gieten, dat was bijzonder.
Het is belangrijk dat dit soort verhalen worden blijven verteld, juist ook aan mensen van mijn leeftijd of jonger. Deze (historische) verhalen zijn dagelijks nog steeds aan de hand ergens in de wereld. Het is belangrijk dat we ons daar bewust van zijn. Een strip is daar een mooi medium voor, omdat heel veel mensen het kunnen lezen. Of je nou moeite hebt met lezen, laaggeletterd bent of helemaal niet kunt lezen: bij een strip heb je niet per se altijd alle tekst nodig. De beelden vertellen vaak al genoeg.”
Tobi Dahme
“Ik heb het verhaal over Simon Gronowski getekend. Ik koos voor dit verhaal omdat het me erg ontroerde. Ik besefte dat mijn vader toen ongeveer dezelfde leeftijd had, maar dat deze twee jongens onder totaal verschillende omstandigheden opgroeiden. Mijn vader leefde een geprivilegieerd leven als zoon van een welvarende Duitse familie, terwijl Simon Gronowski en zijn familie van de Duitsers onderdrukt en zijn familie uiteindelijk vermoord werden. Dit onrecht vind ik nog steeds moeilijk te begrijpen. Bovendien heb ik van mijn vader de liefde voor Jazz geërfd, Simon Gronowski werd later Jazzpianist. En ik vond het heel bijzonder mijn tekeningen aan monsieur Gronowski te sturen en hem om aanvullende informatie te vragen en zijn mening erover. Ik vond het een ongelovige eer. Ik wilde mijn verhaal vooral met afbeeldingen van handen vertellen, omdat alles wat wij doen, goed of kwaad, alle daden vooral door onze handen worden verricht. En dat wij ons altijd erover bewust moeten zijn, wat wij doen. Degene, die de nummers van de gedeporteerden op de wagons schrijft is net zo onderdeel van het systeem als de bewakers op de trein en de secretaresse van Kazerne Dossin, die de lijsten invult. En de kleine moedige push van Simons moeder heeft zijn leven gered.”
Jeroen Janssen
“Ik maakte het verhaal 'Kitja' (tekeningen, gesneden in lino en handgedrukt) samen met Arezoo Moradi (teksten), een uit Iran afkomstige vriendin met wie ik ook het boek 'Landloos als de wind maakte'. Voor 'Landloos als de wind' interviewden we buurtbewoners, onder wie Gina, een Sinti-vrouw die in een woonwagenpark woont. Ze vertelde vaak het verhaal hoe haar grootmoeder aan de Holocaust ontsnapte, en dat verhaal heeft ons diep geraakt.
Net als Arezoo die uit Iran komt, voelt ook Gina vandaag nog steeds de gevolgen van racisme en polarisatie. Zelf was ik toen ik voor 1994 in Rwanda woonde getuige op de eerste rij waartoe racisme en polarisatie kunnen leiden, en daarom wil ik mij graag engageren voor elk project dat ertoe kan bijdragen dat mensen hun ogen openen. Het had ook een verhaal uit Rwanda kunnen zijn dus, maar omdat het project in Westerbork startte wilden we vooral de Sinti een stem geven, zodat men niet vergeet dat er ook honderden Sinti via Westerbork op transport gezet zijn naar de vernietigingskampen. Dat is een trauma waar de Roma-gemeenschap nog steeds mee worstelt, vooral daar er bijna nooit over hen gesproken wordt en dat ze nog steeds een sterk gediscrimineerde groep vormen waarover veel vooroordelen bestaan. Verder wilde Arezoo, die ook weet wat discriminatie is, zowel hier als in haar thuisland Iran, een boodschap meegeven over moed, hoop en mensenrechten.”
Sterre
“Ik was gedreven om het verhaal van Karl Gorath te vertellen, omdat ik denk dat het een ongelooflijk voorbeeld is van hoe de opkomst van de nazi’s en de oprichting van concentratiekampen niet in een vacuüm plaatsvonden. Ik wilde laten zien hoe de rechtssystemen en de bureaucratie worden bewapend om mensen tot slachtoffer te maken. En die vervolging stopte niet helemaal na de bevrijding van de kampen. Voor sommige mensen bleef hun bestaan illegaal, iets om na te denken over wat goed en slecht onze rechtssystemen kunnen doen, en hoe belangrijk het is om uiterst waakzaam te blijven in het oog van het verlies van mensenrechten en lichamelijke autonomie, zoals opgedragen door de staat.”
B. Carrot
“Mijn verhaal 'Not in My Back Yard' richt zich op de rechten van vluchtelingen en asielzoekers gedurende verschillende periodes en politieke klimaten. Het is een roep om verandering en gerechtigheid, aangezien de manier waarop de Nederlandse regering en het publiek tijdens de Tweede Wereldoorlog met (joodse) vluchtelingen omgingen, zich weerspiegelt en reproduceert met de mishandeling van vluchtelingen vandaag de dag. Mensenrechten mogen nooit voor de gelukkigen zijn, maar voor iedereen in gelijke mate.”
Boeken & DVD's
(in de toekomst)